Geheimen van M: de Broederschap van het Sacrament van Mirakel

De broederschap van het Sacrament van Mirakel,  M Leuven

'De meesters van de Broederschap van het Sacrament van Mirakel van Leuven', toegeschreven aan Wolfgang de Smet, 1639, M Leuven, foto Dominique Provost voor meemoo. Art in Flanders

    GEHEIMEN VAN M

    De broederschap van het Sacrament van Mirakel

    Nog tot begin 2024 kan je in M ‘Bewogen’ gaan bekijken, een collectiepresentatie over hoe religie mensen en objecten in beweging bracht, van devotie tot pelgrimstochten. Een van de blikvangers is een gigantisch doek: ‘De meesters van de Broederschap van het Sacrament van Mirakel van Leuven’. Je zou het niet zeggen als je het in die stille museumzaal ziet hangen, maar het werk heeft een erg bewogen geschiedenis.

    De broederschap van het Sacrament van Mirakel,  M Leuven

    'De meesters van de Broederschap van het Sacrament van Mirakel van Leuven', toegeschreven aan Wolfgang de Smet, 1639, M Leuven, foto Dominique Provost voor meemoo. Art in Flanders

      Marjan Debaene (hoofd Collecties): “Het Sacrament van Mirakel, zoals het officieel heet, is een heel belangrijke relikwie die zich al sinds 1380 in Leuven bevindt. Er zit een heel verhaal achter. Zoals je misschien weet, mag je volgens de katholieke leer niet ter communie gaan als je gezondigd hebt. Je moet dan eerst gaan biechten. Nu zou in 1374 ene Jan van Keulen toch de communie ontvangen hebben zonder biecht. Hij werd meteen tijdelijk blind en de hostie veranderde in zijn mond in een bloedend stuk vlees. Dat vond allemaal plaats in het Zeeuwse stadje Middelburg, op de eerste zondag van de Vasten. Nog in datzelfde jaar liet de aartsbisschop van Keulen de vleesgeworden hostie overbrengen naar zijn stad, waar ze in de augustijnenkerk werd aanbeden. In 1380 kregen de Leuvense augustijnen de helft van het reliek. Er ontstond meteen een bloeiende devotie rond.”

      De broederschap van het Sacrament van Mirakel,  M Leuven

      'De meesters van de Broederschap van het Sacrament van Mirakel van Leuven', toegeschreven aan Wolfgang de Smet, 1639, M Leuven, foto Dominique Provost voor meemoo. Art in Flanders

        Toorts

        “De broederschap van het sacrament moet je je voorstellen als een soort religieuze vereniging. De leden moesten de relikwie bewaren en bewaken, en de verering ervan organiseren: kaarsen en bedevaartvaantjes laten maken, processies en erediensten houden… Je betaalde een soort lidgeld om tot de club te mogen behoren. De leiders, de meesters van de broederschap, werden verkozen onder de notabelen van Leuven en benoemd door de prior van het augustijnenklooster.”

         

        ”In 1639 bestelde de broederschap drie schilderijen die de geschiedenis van het reliek moesten illustreren: het mirakel in Middelburg, de plechtige overbrenging van het reliek naar Leuven en de aanbidding in het Leuvense augustijnenklooster. Het sluitstuk, de aanbidding, is tegelijk ook een groepsportret van de meesters van de broederschap: de zes in het zwart geklede mannen met een toorts in de hand. Het is waarschijnlijk van de hand van de Leuvense schilder Wolfgang de Smet.”

         

        Niet koosjer

        “In 1795 waren onze streken ingelijfd door Frankrijk. Het revolutionaire bestuur verjoeg de kloosterordes, en de verering van het Sacrament van Mirakel verhuisde naar de Sint-Jacobskerk aan de Brusselsestraat. Ook de schilderijen van de broederschap kwamen daar terecht.”

         

        “Fast-forward naar onze tijd. De Sint-Jacobskerk werd in 1964 gesloten wegens stabiliteitsproblemen. Ze heeft jaren leeggestaan, en rond de eeuwwisseling hebben dieven ‘De broederschap’ gestolen uit de kerk. In 2003 dook het op bij een restaurateur. Die kreeg al snel door dat er iets niet koosjer was. Nader onderzoek wees uit dat het om het gestolen doek ging, en het schilderij werd naar ons museum gebracht. Opgerold, want het was voor de restauratie van het spieraam gehaald – het spieraam is het frame achter het doek. Voor de collectiepresentatie ‘Bewogen’ hebben we het doek verder kunnen laten restaureren. Nadien is het hier in het museum zelf weer op een nieuw aluminium spieraam gezet.”

         

        Diep gat

        “Nu, het is een redelijk groot doek, ongeveer 2,5 bij 3,5 meter, en grote doeken kunnen niet overal door. Tijdens de bouw van het museum in 2009 is daar rekening mee gehouden: we hebben een zogenaamd hoogdepot, waar we alle stukken kunnen bewaren die te groot zijn voor het reguliere depot. Eigenlijk is dat gewoon een dubbele verdieping. Maar natuurlijk: die werken moeten het hoogdepot nog in- en uitraken, en de lift is geen twee verdiepingen hoog.” 

         

        “Daarom zit er een luik in het plafond van het hoogdepot. Met een takel en een draagsysteem kunnen we de stukken naar de benedenverdieping van M hijsen. Dat heeft heel wat voeten in de aarde, want het gat onder het luik is een meter of tien diep. Iedereen moet zich vastmaken met klimtouwen voor het luik opengaat.”

         

        “Van de benedenverdieping kunnen we het werk dan naar de juiste zaal brengen. Soms lukt dat nog net met de lift, soms moet het via de trap. Als het echt een heel groot schilderij is, moeten we het met een vrachtwagen naar een andere ingang van het museum brengen.”

         

        Reliekhouder

        “’De broederschap’ hangt nu heel mooi in het museum. Vlakbij staat de 19de-eeuwse zilveren reliekhouder van het Sacrament van Mirakel. Het gotische origineel is verloren gegaan in de Franse tijd, maar staat wel op het schilderij afgebeeld. Als je de twee vergelijkt, zie je dat de 19de-eeuwse zilversmid een erg getrouwe kopie gemaakt heeft. Het is een heel gedoe geweest om ‘De broederschap’ op zijn plaats te krijgen, maar het loont de moeite.” 

         

        'Bewogen', nog tot 31.03.2024 in M.